(Vervolg op ‘Buren! wat is daar nou zo erg aan?!’, categorie ‘Toen veertigsters nog niet op Lowlands hoorden’)
Drie dagen bands met hier en daar een filmpje of wat wetenschappelijke lezingen ertussendoor, een enkele, grappige act voor het wandelende publiek en merchandise natuurlijk. Ziedaar de muzikale marathon van Lowlands… Hoe ervaart een jongere oudere zoiets in 2005?
Ik voel me dus redelijk optimistisch als ik het kampeerterrein verwissel voor het festivalgras. Al was het maar, omdat ik niet met wave-handjes en dampoksels op de inmiddels met uitgelezen kranten bezaaide looppaden sta en mezelf ook niet als zodanig in de krant heb kunnen ontdekken. Of omdat ik besloten heb Roisin Murphy best apart te vinden, maar het daar verder bij te laten en me te concentreren op alles wat nog komen gaat.
Of misschien ook wel, omdat ik kan doen en laten wat ik wil…
Deze gedachte verplettert me haast en behoeft voor een ieder die een gezin heeft absoluut geen uitleg. Ik in ieder geval begrijp ineens wat het is, wat me hier zo aantrekt en begin stilletjes voor me uit van alles op te sommen in werkwoordsvormen met een groot HET HOEFT NIET erachteraan geplakt. En als ik niet van die stoere boots met geschoren benen onder een korte rok zou dragen, zou ik door de eerste, beste festivalganger zeker uitgemaakt zijn voor een godsdienstwaanzinnige, zoveel licht ik ineens zie!
Blessed ben ik! God geve dat ik het snap!
Want dat is dan het enige waar ik me nu toch echt zorgen om begin te maken. Dat dit gelukzalige gevoel nog niet helemaal is ingedaald en het verdorie alweer dag twee is. Waarom, bijvoorbeeld, moet ik van mezelf zo nodig iemand spreken?! Ik trek thuis de hele dag al mijn kaken van elkaar, laat staan op mijn werk! Ook ‘s nachts houd ik het zaakje met de grootste moeite geklemd in bedwang, omdat ik blijkbaar zelfs in mijn dromen nog alles en iedereen van nuttige en stichtelijk getinte instrukties schijn te voorzien, iets wat hier volledig taboe is.
Dit besef neemt me zo in beslag dat ik zelfs niet heb gemerkt allang door de sluis te zijn – maar ja, wie controleert mìj nou – zodat ik me verdwaasd hervind op een schoongeveegd festivalterrein tussen een startklaar biertentje en één of ander podium. Ik kijk in mijn Boekje. Wouter Bos, Hilbrand Nawijn en andere kletskoppen blijken hier te gaan debaten. “Debaten?!” Het flapt verontwaardigd uit mijn eigenlijk voor koffie geopende mond. Wat een gelul, hier luistert toch niemand naar, behalve dan naar muziek?! Ik schrik een beetje van mijn eigen gedachten. Bovendien had ik dit onderdeel toch echt aangekruist.
Hoe zit het nou?
Ik nip aan mijn koffie en besluit dat het waarschijnlijk iets met die jaren70 ruggegraat van mij te maken heeft – vergaderen, weet je wel! – terwijl ik eerlijk gezegd alleen maar de muzikale beest wilde uithangen. Wat zal ik dus doen?
Ik kijk een beetje om mij heen. Er stromen voldoende mensen toe. Laten zij maar een keertje. En vastbesloten een nieuwe wending aan mijn leven te geven, keer ik om – oké, niet 180 graden – vanwege die biertent – dus iets minder en hé?… maar…
… wat is dat nu weer?!
(wordt vervolgd)
nou, beter ten halve gekeerd:)
mooi beeld van die sluis
LikeLike
Ah… Assyke. Jouw site heb ik ook al eens bekeken… Ik was je ‘blognaam’ kwijt en nu herken ik m weer. Het stond me bij dat de flarden die ik aldaar las heel mooi waren.
Dank je voor je reactie!
LikeLike