Wachters.
Daar zitten er weer een paar die
eigenlijk niet om zich heen kijken, maar doen alsof
of denken te doen alsof.
En ondertussen verlaten ze
met hun slakkengang
nooit het eigen huis.
‘Daar krijg je nog wel eens spijt van,’
gilt buurvrouw, maar
trager dan de staartklok in mijn ouders huis.
Waar een lauw zonnetje evenwijdig aan de eettafel naar binnen scheen, zodat ik de broodkruimels
één voor één kon tellen.
Na deze optelsom volgde ik de slinger
– de bijna toereiker. Net te ver –
Is dat zo?
Ik denk van niet, nee, of eigenlijk
denk ik van wel. Ja.
Eens kijken.
Waar ik nu ben, wachten ze niet.
Ze zitten wel, alleen,
er zijn te weinig stoelen.
Dus kijken ze, zonder te verwachten,
in en naar de lege ruimte.
En ik, denk na vele ontmoetingen
in die “lege” ruimte.
Dat die ruimte niet leeg is.
LikeLike
Daar wordt het ware zien niet van de plek geschoven door de aandacht voor het wachten? Waardoor de blik niet leeg en de ruimte gevuld?
LikeLike
Overigens wens ik U een goede terugreis met extra bagage in de vorm van woorden.
LikeLike